Toen (ik) Sander begin twintig was kreeg ik zin om een eigen woning te bouwen zoals ik dat wilde.Ik dacht eerst aan het opknappen van een oude schuur of zelf een bouwsel maken op een groot terrein. Al snel kwam ik erachter dat die mogelijkheden in Nederland beperkt zijn en zeker met een zeer beperkt budget. Na toch enkele pogingen gedaan te hebben om in Nederland iets op te starten concludeerde ik dat het nodig was om verder te gaan zoeken in het buitenland en ik begon te zoeken in Frankrijk.De wens was ondertussen ontstaan om een ruïne te kopen met veel grond omdat een ruïne voor de meeste mensen een obstakel vormt dat de waarde van een terrein drukt maar ik zie een ruïne liever als een fundament met veel materiaal eromheen. Daarnaast zijn hebben er al langere tijd mensen gewoond dus is er waarschijnlijk een waterput en is er een moestuin geweest waar de stenen al uit de grond zijn gehaald. Ook is het voor de omgeving makkelijker te accepteren dat er iets gebouwd wordt op een plek waar al eerder mensen woonden dan op een totaal nieuwe plek. Bovendien wisten mensen vroeger prima waarom een plek geschikt is voor menselijke bewoning en had ik daar nog geen idee van.
Na een lange zoektocht kwam ik in wat er over was van het gehuchtje Murat. Hier stonden vroeger vijf boerderijen en in 1759 woonden er nog 42 mensen. de laatste bewoonster was vertrokken in 1970. Sindsdien had het omliggende bos de kans gezien om alles volkomen te overwoekeren en bijna alles was ingestort. Via het kadaster kwam ik achter het adres van de eigenaresse en na stevig aandringen wilde ze me de plek (een tiental ruïnes, vier hectare bos, waterputten, een bron en een beek) voor een paar duizend euro verkopen. Ik was toen net 27 jaar oud.
De eerste jaren woonde ik nog in Nederland en werkte ik daar in de horeca. Mijn werkgevers wilden me graag ondersteunen en boden me de kans om naar mijn plek in Frankrijk te gaan wanneer dat mij uitkwam en als ik terug kwam kon ik meteen weer beginnen.
Gedurende vijf jaar was ik daarom zo’n vier maanden per jaar in Frankrijk om de plek voor bewoning geschikt te maken en de rest van de tijd werkte ik in Nederland. De eerste jaren sliepen ik dan in mijn tent totdat mijn kleine huisje af was. Soms zelfs met -10°C en tien cm sneeuw. In 2005 heb ik hier acht maanden gewoond om eens proef te draaien.
In 2008 heb ik toen de sprong gewaagd om hier permanent te gaan wonen. De plek was namelijk opgeruimd genoeg en het kleine houten huisje was af. Sindsdien woon ik hier met veel plezier en in overeenstemming met het ritme van de seizoenen en het weer. Ik verdiende jarenlang een klein inkomen met de verkoop van biologische groenten aan huis, Soms maak ik rampompen samen met mensen die waterproblemen hebben en er komen mensen langs om te kamperen.