Deze website gebruikt cookies voor het functioneren van de (tweetalige) site en het vertonen van Youtube video's. U kunt ten alle tijden de cookie instellingen in uw browser wijzigen.


Na acht winters eiken kappen, met de kettingzaag balken maken, tekenen en contacten leggen was het eindelijk begin juni 2015; ik zou gaan beginnen met de bouw van ons dak! Het was een indrukwekkende ervaring..

Ik heb ongeveer vijfendertig eiken gekapt en met mijn oude trekker naar een vlakke plek gesleept om er balken te van kunnen zagen. Soms was het niet mogelijk om de boom met de trekker te bereiken zonder schade aan het bos aan te richten. In dat geval heb ik de balken terplaatse uit de stam gezaagd en heb ik ze met veertien vrienden door het moeras, over de beek en door het bos gedragen. Stel je eens veertien van je vrienden voor, muurvast tot de rand van hun laarzen vast in de blubber met een zeven meter lange eiken balk in de handen en je weet dat we een hoop plezier hadden!

De muren waren na vijf jaar ver genoeg klaar en de voorraad balken groot genoeg om te beginnen met de werkelijke bouw van het dak. Ik heb een zwak voor de vormgeving uit de middeleeuwen en wilde daarom graag een "cruck frame" bouwen. Dat is een zeer oud model dakconstructie. Het komt er op neer dat je grote kromme balken of palen op een stenen fundament op de grond zet. Die balken lopen door tot aan de nok van het dak. Het ziet er dan uit als een ietwat kromme "A". Ik moest in de omliggende bossen dus drie eiken zien te vinden met de goede lengte en de juiste kromming op ongeveer twee-en -een-halve meter vanaf de grond. Ik ken nu daarom letterlijk alle eiken op een kilomter om ons huis. Uit deze kromme eiken heb ik per boom twee gespiegelde balken in de lengte kunnen zagen die als basis konden dienen voor een gebint.

Goed, al het hout lag dus klaar en de plannen waren er maar hoe nu écht te beginnen? Ik ben geen timmerman en het dak dat we wilden bouwen was eigenlijk geen project voor beginners. Gelukkig heb ik zeven Franse vrienden die wél timmerman zijn. Eén heeft me geholpen met de tekeningen en het bouwen van een grote maquette, een andere met het maken van sterkteberekeningen en zaaglijsten en een derde heeft dertig jaar praktijkervaring en alle machines en gereedschappen. Die laatste zou, zo hadden we vier jaar geleden afgesproken, onze leraar zijn tijdens de vijf maanden durende workshop traditioneel kapconstructie-timmeren waarin we het dak zouden gaan bouwen. Ik zou zelf ook leerling zijn tijdens mijn eigen workshop.

Maar het liep toch heel anders dan gepland: twee weken voor de aanvang van de workshop kreeg onze leraar, genaamd Jean-Pascal, een ernstig ongeluk. hij kon onmogelijk les komen geven. Wat nu te doen? Alles stond al klaar en er waren al een aantal medeleerlingen gearriveerd die de hele zomer zouden blijven, dus zomaar stoppen was geen optie. Gelukkig kende ik dus nog weer een andere timmerman die me had aangegeven dat hij graag een weekje mee wilde werken. Hij had namelijk een stagière die hij de kans wilde bieden om te werken aan een interessant project. Ik heb hem toen gevraagd of hij meteen de eerste week kon komen om ons op gang te helpen. Dat wilde hij graag en hij heeft ons geleerd hoe te beginnen. Daarna waren we op onszelf aangewezen. Zelfvoorziening!!!

We hebben zowel hand,- als electrische gereedschappen gebruikt. We hebben zoveel mogelijk gebruik gemaakt van traditionele verbindingen, zoals pen,- en gat verbindingen. Waar we niet anders konden hebben we dikke metalen draadeinden gebruikt, vastgezet met vierkante moeren die ik in de winter ervoor zelf heb vervaardigd.

We hadden graag 100% afgekregen van de vooraf bedachte plannen maar door deze tegenslag hebben we slechts ongeveer 70% kunnen realiseren. Dat is niet zo erg want het zit nu goed beschermd onder stevige zeilen en in maakten we het met de harde kern van de vrijwilligers van 2015 af.

Ik verwacht dat mijn huis rond 2021 bewoonbaar zal zijn. Eerst moest het dak nog verder afgebouwd worden, het is ondertussen geisoleerd met strobalen en toen moest het worden gedekt met gebruikte, honderd jaar oude, ruwe leien. Vervolgens ga ik alle deuren en ramen zelf maken (hout, glas in lood, en smeedwerk) en alle binnenwerk zoals vloeren en wanden. Ik ga zelf nog een tegelkachel en een haard bouwen en dan nog alle meubels. Dit huis is echt een levenswerk. Gelukkig heb ik geen haast en gaat de tijd achteraf snel. Toch kan ik soms niet wachten om te verhuizen want het wordt zo mooi!